maandag 3 december 2018

Logboek/ aantekeningen (VI)

3-12-18
Sinds enkele dagen ben ik in de ban van het protest van de ‘gele hesjes’ in Frankrijk, de ‘gilets jaunes’. Een vergeten deel van de bevolking, met name op het platteland, komt in opstand. In eerste instantie n.a.v. verhoogde benzineprijzen, maar daar blijft het niet bij. Men voelt zich genegeerd, niet-gehoord, in de steek gelaten.

Terugkerend thema: de kloof tussen elite en bevolking, - een elite die volkomen is losgezongen van grote delen van de bevolking die niettemin de effecten merken van haar handelswijze, beslissingen, etc. En de elite is ruim bevolkt, met name in de grote steden: politici, zakenlieden, bestuurders, én al degenen die deze lieden voorzien van diensten. De kloof is vooral onzichtbaarheid: men komt elkaar simpelweg niet tegen.

Ik zit mij af te vragen: ben ik ook gaan behoren tot dit afgescheiden deel van de bevolking? Wat is mijn situatie ondertussen? Opereer ik niet ook grotendeels binnen het milieu van stedelijke elites? 

Met wie heb ik eigenlijk te maken in mijn dagelijks leven, inclusief werk? Met wie heb ik contact, in de cursussen die ik geef, in workshops, en in mijn andere filosofische activiteiten? En zijn er wel mensen buiten deze kringen van wie ik weet hoe zij leven?

Okay, mijn familie valt er buiten, en er zijn enkele vrienden die niet horen tot het wereldje van (praktische) filosofie en omstreken, maar in hoeverre leef ik mee met hun alledaagsheid? Ja, ik ken mensen die je (relatief) arm zou kunnen noemen, al betekent dat in Nederland nog niet per se isolement of volstrekte kansarmoede, - of is dit te gemakkelijk gezegd? 

En ikzelf? Welvarend ben ik allerminst; wel goed opgeleid, met werk dat ruimte biedt aan eigen initiatief en creativiteit, soms gemakkelijk geld verdient, en vrij is van saaie routine. Tot op zekere hoogte heb ik mijn situatie zelf in de hand, inclusief verdiensten. Objectief gesproken zit ik wellicht aan de minimale kant, al ervaar ik dat niet zo. Materiële welvaart heeft mij nooit echt kunnen interesseren. Cultureel zwem ik grotendeels in dezelfde vijver als de elite, ook al zijn onze werelden in financieel-economisch opzicht behoorlijk gescheiden, - maar is dat van belang?

Toch: in welk leefmilieu speelt mijn leven zich af? Leef ik in een bubbel? Hoeveel openheid is er naar anderen toe, niet in principe maar daadwerkelijk?

Opmerkelijk, de Franse president, Emmanuel Macron, heeft de belastingverhoging op benzine en andere brandstoffen verdedigd als middel in de strijd tegen klimaatverandering. Nobel streven. Hij vergat, of negeerde, daarbij het feit dat voor veel mensen op het Franse platteland deze verhoging hard aankomt, zeker wanneer zij weinig verdienen, omdat plattelanders veelal gedwongen zijn om de auto te nemen, naar werk, etc. Hoe kun je verwachten dat men dit pikt?

En daar is het niet bij gebleven. Wat meer en meer opklinkt is de onvrede over de groeiende ongelijkheid. Het verzet van de ‘gilets jaunes’ is heel invoelbaar. Een grote meerderheid van de Franse bevolking steunt dan ook hun opstand.

Is het daarmee een strijd geworden tussen ecologie en economie? Tussen een beter milieu enerzijds en sociale ongelijkheid anderzijds?

Wat mij trof was de frase: ‘geen serieuze ecologie zonder fiscale rechtvaardigheid’. En: ‘de ecologische transitie dient samen te gaan met sociale rechtvaardigheid en democratische vernieuwing’. Terugkerend thema in de debatten die ik volg via internet: rechtvaardigheid.

Het belasten van brandstof, in de strijd tegen milieuvervuiling, gaat niet werken wanneer daardoor het leven van het armere deel van de bevolking zwaar wordt belast, terwijl de welgestelde elite er nauwelijks iets van merkt, en bovendien uitbundig vliegreisjes kan blijven maken, zonder dat er enige belasting over wordt geheven! Volstrekt begrijpelijk dat dit als onrecht wordt ervaren.

Dat in de strijd voor een beter milieu, biodiversiteit, schonere lucht etc rechtvaardigheid een rol zou gaan spelen, was mij al wel duidelijk, maar hoe ze met elkaar te maken zouden krijgen, nog niet. Het conflict in Frankrijk zet het spanningsveld tussen ecologie en rechtvaardigheid bovenaan de agenda. En terecht!

Het is een belangrijke reden voor mij om niet meer voluit te focussen op (experimenteren met) religie. Wat mij de afgelopen maanden heeft gemotiveerd om bezig te gaan met religie had sterk te maken met klimaatverandering. Ik meende dat religie 2.0 een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het creëren of vergroten van ecologisch bewustzijn, en ik denk dat nog steeds. Maar is die inzet wel serieus te nemen wanneer hij niet gepaard gaat met aandacht voor rechtvaardigheid, zowel fiscaal als sociaal? En is rechtvaardigheid niet eerst en vooral een politieke aangelegenheid? Is het dan niet zaak om het verbindende van religie te paren aan politiek engagement? – minstens in mijn persoon. Religie en politiek zijn verschillende domeinen, en wellicht is het beter om dat ook zo te houden, maar daarmee kunnen ze nog wel tegelijk worden opgevoerd. In ieder geval hebben beide mijn belangstelling, elkaar versterkend! 


4-12-18
Engagement. Ik wil bijdragen aan een wereld die ik mijn zoon toewens.


Met een goede bekende uit de Watergraafsmeer, Tim, heb ik vanochtend een uitgebreid gesprek gevoerd over filosofie, ecologie en religie, naar aanleiding van het boek ‘Ecologisch wezen’ van Timothy Morton. 
Omdat hij actief betrokken is bij een katholieke kerk in zijn wijk was ik benieuwd of er misschien belangstelling zou zijn voor het gezamenlijk houden van een religieus café: in een koppeling van zijn kerkgemeenschap aan religieus geïnteresseerden uit mijn filosofische netwerk, om zo een dialoog op gang te brengen tussen mensen met verschillende leef- en denkwijzen. En wie weet zouden ook anderen zich erbij aansluiten.
Ik stelde me een bijeenkomst voor waarin we zouden beginnen met een half uur meditatie (iets waar vrijwel alle religieus geïnteresseerden, ook de seculiere, bekend mee zijn, hoe ze het gezamenlijk stil-zijn verder ook invullen). Na deze gezamenlijke ‘viering’ zouden we dan een gesprek kunnen voeren, een uitwisseling over een existentieel relevant thema, of iets dergelijks.
Tim leek er niet echt voor te porren. Naar zijn inschatting zou er niemand van zijn kerkgemeenschap komen opdagen, omdat men zich eerst en vooral om het eigen geloof bekommert. Weinig openheid naar andersdenkenden dus.
Helaas. Het concept lijkt me nog steeds bruikbaar. 
Ook deed Tim de suggestie om het niet ‘religieus café’ te noemen, maar ‘spiritueel café’. Het zal volgens hem meer mensen aanspreken. ‘Religie’ associeert teveel met een instituut. Aan de basis ervan ligt wat je zou kunnen noemen ‘spiritualiteit’; dit is persoonlijk, en geeft ruimte.
Ben het met hem eens dat ‘religie’ allerlei ongewenste associaties oproept, niet alleen met het instituut ‘kerk’, maar ook met ‘godsdienst’, terwijl het duidelijk geen synoniemen zijn. En ja, ‘spiritualiteit’ verwijst eerder naar hoe het een en ander ervaren wordt door individuen. 
Toch is het juist het individuele dat ik zou willen overstijgen, waardoor de term ‘religie’ mij aanspreekt: (her)verbinden, - niet alleen binnen jezelf (hoofd, hart en lijf), maar ook met anderen, en niet te vergeten met het niet-menselijke andere: dieren en planten.
Is het onverstandig om vast te houden aan ‘religie’ vanwege de associaties die het woord oproept? Ik kan er wel een andere inhoud aan willen geven, maar dat zullen mensen niet weten wanneer ze ‘religieus café’ zien staan. Loopt het initiatief stuk op woordgebruik?



5-12-18
Sinterklaasgekte. Vanmiddag een rondje ‘surprises kopen’ gedaan, met name voor mijn zoon. Het aanbod is waanzinnig, zoals elk jaar. In de boekhandel valt je leven, zoals te verwachten, weer op talloze manieren te veranderen, te verbeteren, en op te leuken. Wanneer je elk van de boektitels serieus zou nemen, dan zouden het leven van mensen en de wereld er als een paradijs moeten uitzien. Echter, uiteindelijk verandert er helemaal niets aan de mensen om mij heen, noch aan de wereld, behalve dat er veel is uitgegeven aan het vrijblijvende idee dat het anders zou kunnen.


6-12-18
Razende stilstand. Gigantisch veel ideeën, theorieën en visies (ook filosofische) worden geproduceerd, staan in boekenkasten en doen de ronde in de media, maar er gebeurt niets mee. Niets, - behalve, eventueel, als vermaak en hersengymnastiek; verder blijven zij zonder reëel effect. 
De gigantische productie aan reflexiviteit is een eigentijdse vorm van ‘verdeel-en-heers’, zonder dat er iemand is die deze politiek aanstuurt: denk zoveel je wilt; er zal niets door veranderen. De status quo is die van een razende stilstand, waarin veel lijkt te gebeuren, maar dan voornamelijk op de bühne van het denken en de verbeelding. (Wat gebeurt er ondertussen buiten deze bühne?)
Vraag voor mijzelf: waarom zou ik willen bijdragen aan deze alsmaar groeiende berg met ideeën, etc, zonder dat er ooit iets mee gebeurt? Hebben mijn cursussen en workshops ooit meer effect dan dat men er eens even anders naar kijkt hoe men leeft, om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag?
Kan het ook anders? Kunnen reflexiviteit en denkcreativiteit ook worden omgezet in doelgerichte actie? Kan denken ook onderdeel zijn van wereldverandering? Bijvoorbeeld waar het gaat om sociale ongelijkheid en ecologie.



Opstand, zoals die van de ‘gilets jaunes’ in Frankrijk, steekt de kop op wanneer mensen werkelijk niets meer te verliezen hebben: onderbetaald, onrechtvaardig behandeld, en zonder bestaanszekerheid. Dat is niet het geval in Nederland. De tegenstellingen zijn vergelijkbaar, maar beter verhuld, ook financieel. Vrijwel iedereen heeft hier iets te verliezen (van sociale voorzieningen tot pensioen en hypotheek), - teveel risico om op het spel te zetten voor een opstand. Hier zal dus niets gebeuren. Hooguit enkele would-be activisten en sensatiezoekers die iets onbenulligs organiseren, om te kunnen zeggen dat ze erbij waren.



10-12-18
Op het internet kwam ik de volgende uitspraak van de Dalai Lama tegen: 
‘This is my simple religion. There is no need for temples, no need for complicated philosophy. Our own brain, our own heart is our temple – the philosophy is kindness.’
Is dat waar ik het bij zou moeten laten: geen ‘tempel bouwen’, geen ‘religie 2.0’, niet langer proberen om met een pluraliteit aan mensen existentieel te willen (her)verbinden, maar het houden bij de eigen, ‘innerlijke tempel’, in hoofd en hart, zonder er anderen in te betrekken?
Is dat waar ‘experimenteren met religie’ op uitloopt: een spiritualiteit die zich beperkt tot het individu, met effecten in de directe omgeving (namelijk degenen met wie men dagelijks omgaat), eventueel aangevuld met een sociaal of politiek engagement?






NOTITIES

. [volgen]